Dit doet u door de lengte van u tuin, bijv. 4 meter, te vermenigvuldigen met de breedte, bijv. 3 meter. Dit wordt dus 4x3m = 12m2.
Een driehoek is net zo groot als een halve rechthoek, zoals te zien is in de afbeeldingen hieronder:
De formule die je nodig hebt om de oppervlakte van een driehoek te berekenen is dus: oppervlakte driehoek = (korte zijde x lange zijde) : 2
Eenvoudig gezegd bereken je dus eerst de oppervlakte van de rechthoek en neem je daar de helft van. Nu is de lengte van de rechthoek gelijk aan de lengte van de zijde die de basis is van de driehoek en de breedte van de rechthoek is gelijk aan de (bij de basis horende) hoogte van de driehoek, dus de formule wordt dit:oppervlakte driehoek = (basis x hoogte) : 2
Bijvoorbeeld:
De basis is 7cm lang en de hoogte is 5cm, de oppervlakte van de driehoek is dus: (7 cm x 5 cm) : 2 = 17,5 cm²
Als eerste heb je de diameter van een cirkel nodig, dit is de lengte van een rechte lijn die loopt van een punt op de cirkel, via het middelpunt, naar een punt aan de overkant. Het is de grootste afstand tussen twee punten op een cirkel. Daarnaast heb je de straal van een cirkel nodig, dat is de afstand van het middelpunt tot de cirkel. Deze afstand is bij een cirkel in alle richtingen gelijk. De straal is de helft van de diameter. Als de diameter 5m is, dan is de straal dus 2,5m. Een ander onderdeel van de formule is het getal pi (3,141592653589793…). De formule die gebruikt wordt om de oppervlakte van een cirkel te berekenen is: Pi x straal x straal = oppervlakte In dit geval is dat: pi x 2,5 x 2,5 = 19,63m²
Stel u heeft een pad van 1m breed en 5m lang en u wilt deze 5cm ophogen, dan berekent u dit als volgt: 1 x 5 x 0,05 = 0,25m3. U heeft dus 0,25m3 zand/grond nodig.
Onder bestrating moet minstens 10cm zand liggen. Bij een slappe ondergrond, zoals bijvoorbeeld veengrond, is een zandbed van minimaal 20 cm aan te raden. Op plaatsen die zwaar belast worden, zoals bijv. een oprit, kunt u het beste 25 cm grond uitgraven en vervolgens zand aanbrengen. Om voor een extra stevige ondergrond te zorgen kunt u in plaats van zand 15cm grof grind of gebroken puin aanbrengen en daaroverheen een laag van 10 cm brekerzand.
Uit 1m3 gaan ongeveer 12 normale kruiwagens.
U kunt als stelregel aanhouden dat er ongeveer 100 kilogram split of grind per m2 wordt verwerkt bij een laagdikte van 5 a 6cm.
- Door te zware belasting van een slecht voorbereide ondergrond.
- Door stenen/tegels te vlijen (= neerleggen van de stenen/tegels) i.p.v. te straten/tegelen met een straat- dan wel tegelhamer. Hierdoor wordt de ondergrond niet verdicht, waardoor er al na 6 maanden verzakkingen kunnen optreden.
- Door gebrekkige opsluiting om de bestrating heen of het geheel ontbreken hiervan.
- Door mollen/mieren die de ondergrond destabiliseren.
Bestrating dient stevig te worden “opgesloten” om verzakkingen aan de kanten te voorkomen. Vaak wordt er met opsluitbanden gewerkt. De opsluitband moet hoger zijn dan de dikte van de bestratingsmaterialen. Bij een bestratingsteen van 10 cm dik bijvoorbeeld, kan een opsluitband worden gebruikt van 15 cm. Naast opsluitbanden wordt er vaak een zgn. rollaag om de bestrating aangebracht. Hiervoor gebruikt men vaak dezelfde steensoort, maar dan op z’n kant geplaatst. De opsluitbanden of rollagen worden vaak 1 à 2 cm lager geplaatst dan de bestrating of het tegelwerk zelf.
Voor het aanbrengen van een vaste/dichte voeg moet u eerst een keuze maken uit de vele soorten voegmortels. Een voegmortel op basis v. epoxyhars heeft t.o.v. andere soorten de volgende voordelen:
- De voegen zijn flexibel en barsten dus niet bij vorst.
- Beschadigde voegen kunnen gemakkelijk gerepareerd worden.
- De voegen zijn zoutbestendig en drainerend en dus alleen te gebruiken op waterdoorlatende ondergrond.
- De voegbreedte moet min. 3mm en de voegdiepte moet min. 30 mm zijn
Keperverband:
elleboogverband:
halfsteensverband:
blokverband:
visgraatverband: